De Lithografie, ook wel steendruk genoemd, is
in 1798 uitgevonden door
Alois
Senefelder.
Het basis idee achter deze grafische techniek
is de afstotende werking tussen vet en water.
Op een vlakke kalksteen wordt met vettig
tekenmateriaal het beeld opgebracht.
Als de tekening klaar is wordt de steen met
Arabische gom behandelt, dit zorgt ervoor dat
de niet betekende delen een sterk
vocht-aantrekkend karakter krijgen, terwijl de
betekende delen door het vet een sterk vocht-
afstotend karakter hebben.
Door de steen, tijdens het drukken, vochtig te
houden zal de vette druk inkt alleen hechten op
de betekende delen, immers waar water zit kan
geen vet komen en waar vet zit kan geen water
komen.
Als er voldoende inkt op de steen staat wordt
deze afgedrukt op een
lithopers.
Het maken van de tekening op de steen is een
directe handeling, deze directheid blijft in de
uiteindelijke afdruk zichtbaar.


In mijn werk onderzoek ik het spanningsveld
tussen orde en toeval.
Kaders, ritme en invulling worden bedacht.
Bij de uitvoering ontstaan,
door de menselijke hand,
kleine onregelmatigheden.
Deze onregelmatigheden,
en hun onderlinge inwerking,
zorgen voor het uiteindelijke beeld.
Via dit proces ontstaan beelden die zichzelf
creƫren.
Dit resulteert in beelden waarbij het oog over
het vlak blijft dwalen zonder houvast te vinden
en verstrikt raakt in de wereld die het beeld
is.
Er zijn geen opzettelijke verwijzingen naar een
wereld buiten het beeld zelf.

